Het speciaal onderwijs is er voor leerlingen die extra zorg nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat zij leer- en gedragsproblemen, lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke handicaps of gedragsstoornissen hebben. Er is speciaal basisonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en speciaal onderwijs.
Speciaal basisonderwijs (sbo)
Soms kan een gewone basisschool een kind niet helpen bij leerproblemen. Het kind gaat dan door naar het speciaal basisonderwijs (sbo). Kinderen op sbo-scholen dienen na het verlaten van deze school dezelfde basiskennis behaald te hebben als kinderen die op een gewone basisschool gezeten hebben, maar ze mogen daar wel langer over doen. Uitlopen kan tot 14 jaar.
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerlingen in het speciaal onderwijs gaan meestal na hun 12e naar het voortgezet speciaal onderwijs. Hier kunnen ze blijven tot hun 20e verjaardag. Bij de overgang naar het voortgezet onderwijs kan opnieuw gekeken worden of de leerling misschien naar een gewone middelbare school kan.
Tegenwoordig is er op meerdere niveaus voortgezet speciaal onderwijs, zoals vmbo maar ook havo. Op de niveaus Basis en Kader kunnen de leerlingen alleen een certificaat halen, omdat de meeste geen stage kunnen volgen, op de Theoretische leerweg en Havo kunnen ze echter wel een diploma halen.